SCHOONE NACHT. Schoone nacht! De sterren Liggen op de lucht. Door de donkre sperren Ruischt niet één gerucht. Wonderzoete geuren Walmen uit de wei. Beek en wilge treuren Duister allebei. Vager zijn de verven, Al in één gebracht. Alle levens sterven... Droeve, schoone nacht! 113 Liederen voor 't Volk, Maldegem (V. Delille) 1903, 143 p. 18 Natuur, St.-Martens-Latem (De Praetere) z.j. (1903), 128 p. 14 Gedichten, Amsterdam (S.L. Van Looy) 1907, 224 p. 16 Gedichten, tweede vermeerderde druk, Amsterdam 1911, 242 p. 18 Gedichten, derde vermeerderde druk, Amsterdam 1918, 305 p.